Een man begraaft een boom
Presentatie 26 februari 2016, Antwerpen
door Lies Van Gasse
Vorige vrijdag leidde ik in de Groene Waterman de debuutbundel Een man begraaft een boom van Shari Van Goethem in. De bundel verscheen bij Uitgeverij Vrijdag. Nieuwsgierigen kunnen mijn toespraak hier lezen:
Een reis naar de verbeelding,
de dagjob van de auteur,
de stad waarin de auteur woont,
hoe die stad in verbinding staat met leven en werk van de auteur,
de maatschappij,
de teloorgang van die maatschappij,
de opwarming van de aarde,
het standpunt van de auteur in verband met die opwarming van de aarde,
sociale ongelijkheid,
het zich losmaken uit de adolescentie,
zelfportretten van de auteur,
de taal,
erotische fantasieën,
een onbereikbare liefde,
de eerste wereldoorlog,
de relatie tussen de auteur en zijn zoon
…
Als er u, en mij, iets duidelijk wordt uit deze lijst van onderwerpen, of zeg maar zeer korte samenvattingen van actuele bundels, dan is het wel dat een dichter over allerlei zaken kan schrijven. Een dichter kan met torenhoge ambities proberen in zijn bundel de maatschappij te bekritiseren, hij kan een portret schrijven over zijn stad of land, of die in het echte leven onbereikbare geliefde voor zich weten te winnen in zijn verzen. Een dichter kan zich in zijn gedichten verzetten tegen bepaalde misstanden, maar net zo goed kan hij in zijn gedichten spiegelen wat er mis gaat in zijn eigen leven. Voor zover poëzie onderwerpen nodig heeft, kunnen die zo groot of klein zijn als de schrijver zelf wil.
De voorbije maanden heb ik beetje bij beetje kennis gemaakt met de poëzie van Shari Van Goethem. Eerst heel minimaal, op Facebook, dan als leraar Literaire Creatie in de poëzierichting van de SAMWD Lier, vervolgens als kritische lezer van verschillende versies van een manuscript en ten slotte als lezer van de bundel die wij hier vanavond ten doop houden. Wat mij opviel, want ik heb in heel dat proces ook de persoon Shari Van Goethem leren kennen, was hoe klein en besloten het onderwerp voor haar debuutbundel eigenlijk is. Ik heb Shari leren kennen als een bedachtzame persoon, die op intelligente wijze haar antwoorden wikt en weegt, als iemand met een rijke interesse, een boeiend persoonlijk leven, en een betrokken blik op de werkelijkheid. Toch schrijft ze over een onderwerp dat klein en groot is tegelijk: het ideale gezin.
In haar bundel worden één voor één de hoofdpersonages aangekondigd: een man, een vrouw, een kind, enkele naamloze en verder volstrekt oninteressante meisjes en ten slotte Charlotte Van den Broeck. Hoe ideaal de combinatie man-vrouw-kind ook moge lijken, al in het eerste gedicht van de bundel valt te merken dat het mis is:
je kon iets horen vallen. geen stilte
maar een schel geluid. later werd duidelijk
dat hij het was. hoewel hij die dag
rechtop was blijven staan. de kamer buiten bleef
het bleek een aankondiging
toen was nog niet duidelijk van wat
dat die hem toebehoorde evenmin
sinds die dag is alles blijven vallen
tot op vandaag. nu alles samenvalt
de aankondiging, het vertrek
en de aankomst die uitblijft
De man komt de kamer binnen en er valt iets. Dat vallen blijkt een aankondiging. Waarvan? Als we dit gedicht in het licht van de bundel lezen, kunnen we vermoeden dat hier het begraven van de boom wordt aangekondigd, een op het eerste zicht zinloze actie die toch de bundel draagt. De aankondiging zou echter ook die kunnen zijn van de geboorte van het kind. Het kind dat de man aan de kant zet. Niet zo lang geleden vertelde iemand mij hoe in zijn visie het verwachten van een kind de tweeëenheid tussen vrouw en man volledig opensplijt. De vrouw zal zich immers, van zodra zij het kind verwacht, met niemand meer hechter verbonden voelen dan met het kind. Bij dit gebeuren blijft de man, hoe zeer die zich ook van zijn vaderlijke taak probeert te kwijten, ontmand achter. We kunnen het beeld van de man die de boom begraaft, dan ook in die zin begrijpen: de man legt zijn mannelijkheid af en geeft, ter wille van het kind en de vrouw, zijn jongelingenleven terug aan de aarde.
Wat er ook van zij, het gaat niet goed met de man in dit debuut van Shari Van Goethem. Hoezeer hij ook pogingen doet om haar te steunen, alles lijkt vergeefs, zoals in volgend fragment:
(…) het enige waaraan hij
denken kan: de man en het moeten
de landkaarten die hij niet in kokers krijgt
het stratenplan dat ook niet buigt –
nu hij zich aan de overkant bevindt
van waar hij had willen zijn
Wie wel floreren in de bundel, zijn vrouw en kind. De vrouw maakt zich steeds breder, eist meer ruimte en aandacht op, gaat met het kind in bad, plant haar vuist tot een eigen boom. Waar de man steeds kleiner wordt, vult zij de bundel met haar aanwezigheid. De vrouw in deze bundel is geen supermodel, maar een homp van vlees en bloed, uit de boetseerklei getrokken. Op een bepaald moment is het bijna Rubensiaans en wordt de vrouw zo vaak vermenigvuldigd dat haar in mijn verbeelding ook zware lijf alle hoeken en kieren van de verder lege ruimte vult. Ik lees even een fragment:
(…)
ze liggen. onderaan de trap. onderaan de trap blijven ze
liggen. tot de vloer zich vult met vrouwen
de vloer vult zich met vrouwen. ze gaan liggen. ze blijven
liggen. onderaan de trap. onder de trap. aan het raam
aan het raam. overal. ze liggen overal, de vrouwen, ze liggen. overal
planten hun vuist in eigen maag. maar blijven liggen
ze blijven liggen tot de kin de knieën raakt. dan staan ze op. de vrouwen
ze staan op. zij
laatst
Ondertussen groeit het kind. Samen met de vrouw gaat het in bad, waar het oorlogsschepen plooit. Samen met de man gaat het de tuin in en bouwt het kastelen. Het groeit door de beide ouders te imiteren. Helemaal op het eind van de bundel toont het dat het, net als de man, ook een boom kan zijn:
(…) als een boom
richt het kind zich op, recht het zijn rug
(het meisje met vleugels meet zich nieuwe vleugels
aan wanneer ze op zijn schouders rust. ze telt
zijn kringen) zijn wortels doorwringen de man
en de vrouw. aan zijn vingers ontspringen
kersverse knoppen
Met dit alles heb ik u veel, en tegelijkertijd ook niets verteld. Veel, omdat ik uitgebreid verteld heb over het thema, en de chronologie van de bundel, maar tegelijkertijd ook weinig, omdat ik de passages die mij echt hebben ontroerd, nog niet heb aangeraakt. Een man begraaft een boom van Shari Van Goethem is immers één grote, omtrekkende, eindeloos trage beweging. Als een esdoornblaadje dat van de boom valt, en traag roterend de andere kant van het tuinpad bereikt, zo laat ze ook in haar bundel iets los dat zich in de loop van de gedichten aan een tergend traag tempo ontwikkelt, en in het slotgedicht tot zijn conclusie komt. Dit iets uit zich het meest in de hele korte gedichten, die als associatieve schetsen de langere gedichten verbinden. Van deze heel minimale passages houd ik dan ook het meest, omdat ze open zijn en richting geven tegelijk. De beeldende kracht die uit deze minigedichten spreekt, verbindt de verschillende onderdelen van de bundel. Het lijkt mij dan ook niet meer dan billijk deze poging tot interpretatie te beëindigen met zo’n heel kort gedicht. De rest moet u dan, en wat mij betreft zo snel mogelijk, zelf maar lezen. Ik besluit met een gedicht dat iets meer lettergrepen dan een haiku telt, maar naar mijn gevoel de bundel perfect samenvat:
dit is het bos van binnenuit
wat je ziet
de bomen