door Katy Hurkmans, Hebban
‘de blauwe vinvis die we nu al dagen tussen ons in
dragen, wordt steeds zwaarder van de vragen die we
onuitgesproken laten, zie ons samen
torsen alsof we daar sterker door worden alsof
antwoorden voor mensen zijn die geen open
einde verdragen
(wat aan haar voorafging – IV)’
Wat Shari Van Goethem de lezer schenkt met Tere stengels is bovenal een bevreemdend gevoel. Het zijn donkere gedichten die zich makkelijk laten lezen, maar waarvan de betekenis even door moet dringen. Er zit enorm veel schoonheid in wat ze schrijft. Die komt voort uit gevoelige, maar ietwat onderkoelde bewoordingen over iemand die lijkt te zweven tussen bestaan en niet-bestaan.
Naar vorm variëren de gedichten evenveel als de emotionele toestand van het ik-personage dat vertelt over hoe ze het bestaan van haar dochter ervaart. Er zijn langere prozaïsche teksten en gedichten die bestaan uit slecht één zin van een tiental woorden. Nergens zijn er hoofdletters, er wordt met witregels gespeeld en één gedicht verspreidt zich over verschillende afdelingen. Het lijkt zelfs niet van een consequente nummering te houden. Traditionele, experimentele en abstracte gedichten springen over elkaar heen en grijpen in elkaar. Deze afwisseling waarbij de structuur zoek lijkt te zijn, sluit aan bij het moedergevoel dat de verteller niet lijkt te kunnen opwekken, de schaamte die ze daarover voelt en het verlangen een band te creëren.
In enkele gedichten verslikt Van Goethem zich in haar eigen beeldend taalgebruik en vervalt ze in clichés. Toch weet ze van deze manier van schrijven ook haar sterkte te maken, ze weet alleen nog niet altijd wanneer het krachtiger is om een woord te schrappen en onuitgesproken te laten. Vaak grijpt wat ze schrijft recht naar de keel door de eigenaardige, maar wonderlijke combinatie van broosheid en rauwheid. Het is een intense bundel die snel wortel schiet en de gedachten een tijdje zal beheersen.
De indeling in vier afdelingen die de auteur hanteert, was strikt gezien niet nodig. Het apart lezen van de gedeeltes schept weinig klaarheid. Het geheel bekijken werkt beter om de gedichten te doorgronden. Wat de dichteres doet laat zich eigenlijk niet in hoofdstukjes wringen, doordat de grenzen niet stevig genoeg omlijnt zijn.
‘mijn dochter heeft ogen als steenkoolmijnen
dof. geen enkele schittering. ze kijkt me aan
alsof er iets in haar blijk verborgen ligt
dat opgedolven wil worden’
Van Goethem schept leegte en geeft eenzaamheid op poëtische wijze vorm. Het geheel vertelt één fragmentarisch verhaal en is wat gedurfder dan haar eerste bundel Een man begraaft een boom, al laat ze de stijl die ze daarin hanteerde niet los. Opnieuw spreekt hier immers een karakter dat zich in een soort emotioneel isolement bevindt. Niet elk gedicht in de bundel getuigt van dezelfde kwaliteit, Van Goethem kan nog groeien, maar Tere stengels spreekt wel tot de verbeelding en werkt stevig op het gemoed.